Wenceslaus Hollar: Drie pauwen |
Lunch met mijn uitgever in het grootstedelijke café-restaurant. Ik ben te vroeg, want ik kan me niet veroorloven te laat te zijn. Ik kies een tafeltje uit en ga aan de mannetjeskant zitten (dus met de rug naar het publiek), en lees verder in 'Lof der Zotheid' op mijn telefoon. Vanuit mijn ooghoek zie ik de tiziepersoonlijkheid naderen. Als ik opkijk, slaat hij net zijn ogen neer, alsof hij verlegen is, maar hij is niet verlegen, tiziepersoonlijkheden zijn zelden verlegen lijkt me, maar hij vindt het prematuur om mijn aanwezigheid met zijn aandacht te belonen. We kennen elkaar. Ik ken hem uit zijn pre-tiziepersoonlijkheid. We hebben elkaar lang niet gesproken en er zijn hier voorzover ik kan overzien geen andere persoonlijkheden, tizie of non-tizie, die zijn erkenning waard zijn. Mijn uitgever arriveert, wil op mijn plek zitten: 'Ga jij daar maar zitten', zegt hij, wijzend op de stoel die naar het publiek is gericht. 'Dus ik ben het vrouwtje?' zeg ik. Mijn uitgever knikt. Deze positie biedt uitstekend uitzicht op... de tiziepersoonlijkheid, die, hoe kan het ook anders, eveneens de plek van het vrouwtje heeft opgeëist, maar hij heeft maximale exposure. Ik werp verder geen blik in zijn richting, daarvoor is de lunch met de uitgever te geanimeerd, maar het valt me wel op dat er uit zijn hoek af en toe nogal hard en nogal overdreven door een ander vrouwtje wordt gelachen. Die lacht vast om de TP, kan ik niet nalaten te denken. Als de TP het restaurant via dezelfde route verlaat, zie ik hem niet meteen aankomen en ga dus ook niet in de houding staan. De macht der tizie is onverminderd groot, maar een schrijver die buigt voor de buis is de naam niet waard. We groeten elkaar, het zou onzin zijn om dat niet te doen, ik stel hem zelfs voor aan mijn uitgever (kan nooit kwaad), en dan zegt de tiziepersoonlijkheid: 'Ja, ik hoorde je interview op de radio, wat was het? Radio 1, Kunststof? Jee, wat klonk je depressief, ik wou dat ik ook zo depressief kon klinken.' Met die opmerking, ingestudeerd of niet, is de TP er toch weer in geslaagd gehoord te worden, gezien en vereeuwigd in dit stukje, waarmee denkelijk zijn talent is opgesomd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat fijn dat jullie er zijn