Teamleider
Ik parkeer mijn dwerggazelle in het voor de rest geheel lege depot en begin, zoals altijd, de post in te laden. Maar dan hoor ik een scooter naderen, die vervolgens het depot inrijdt (wel opmerkelijk; ik geloof niet dat ik eerder een scooter het depot in zag rijden). De scooter stopt naast mij, en de bestuurder, in wie ik mijn Teamleider herken, doet zijn helm af en zegt: 'Viktor, ik heb je boek gelezen.' Dit verbaast mij enigszins, aangezien Dagboek van een postbode pas eind september verschijnt, en mijn Teamleider voorzover ik weet niet bijklust als boekverkoper of literatuurcriticus (want dan zou hij in theorie een vooruitexemplaar kunnen hebben ontvangen). 'Ik heb een uittreksel gekregen,' legt hij uit. 'Iemand houdt bij wat er verschijnt over het bedrijf, en die iemand zei tegen mij, werkt er bij jou misschien iemand die Viktor Frölke heet? Ik zei ja, die ken ik wel.' Hij glundert. 'Je wist dat ik schrijver was,' zeg ik, verdedigend. Nee, dat wist hij niet. Had hij kunnen weten, maar nee dus. Nu ontstaat even een vreemde sfeer, waarin ik vrees dat hij op me af komt om me een peut te verkopen, of, dat kan ook, een knuffel. Ik krijg geen van beide. Hij mompelt 'Leuk, ik heb meteen drie exemplaren besteld', en wat over eerdere postbodes met literaire ambities. Ik knik van ja, dat dat niet zo verwonderlijk is, de posterijen bestaan al een tijdje, en dan is de kans niet gering dat er iemand over gaat schrijven. 'Tweehonderd jaar,' zegt hij, toch niet zonder trots. Gelukkig wordt hij gebeld. Hij begint uitvoerig te spreken over zaken waar ik niets van begrijp. Ik ga gauw aan het werk, voor mijn Teamleider van gedachten verandert.