Bericht van de cramping

Ik zeg niets nieuws als ik stel dat vakantie = irritatie. Zelfs voor een postbode-schrijver die de meeste van zijn leeftijd deelt met zijn huisgenoten, blijkt het 24-uurs op elkaars lip zitten altijd weer een echtelijke uitdaging – vooral de eerste paar dagen, als het op een cramping gebeurt. De vakantie-irritatie lijkt op de mooi weer-irritatie (en bijgevolg de geweldsexplosies) in de stad. Let maar eens op: als er na een periode van regen eindelijk weer eens een spat zon naar beneden komt, dan is de kans op road rage, – scheldkannonades van scooterbestuurders, en wat dies meer zij –, een stuk groter dan wanneer het gewoon blijft regenen, of die spat zon langer dan een fractie blijkt te duren dan verwacht. Hier is mijn theorie. Hoe hoger de verwachtingen, hoe hoger de irritatiegraad. Dus: het is eindelijk vakantie, maar er gaat iets mis (jij doet bijvoorbeeld niet wat ik zeg, ik zeg dat je die plasemmer nu moet legen en niet pas straks, en jij veegt weer eens je kont af met mijn advies cq. opdracht), en over en weer wordt er meteen gedreigd met echtscheiding, uithuisplaatsing of adresverbod. Zoek maar een andere cramping cq. tenthuisje/echtgenote enzovoorts. Vakantie verschilt, zeker in het begin als de verwachtingen hooggespannen zijn, niet veel van Israël/Palestina na het zoveelste vredesakkoord. Tel daarbij op het bijzondere verschijnsel dat men op een cramping niet alleen getuige is van het gejengel en gejank van de eigen kinderen, maar ook die van de talrijke buren, en het recept voor elkaar de hersens in slaan is daar. Maar ik zit alweer veel te lang achter mijn computer, dus ik sluit af en ga genieten.