7. Een succesvolle sollicitatie



'Wat wil je dat ik doe?' 'Niets. Kun je dat?' Het eerste sollicitatiegeprek met Ariane verliep voorspoedig. Ariane bleek te beschikken over alle kwaliteiten die vereist waren voor De Jeude's onderaardse wandeling: ze paste  – met gemak – in de kastkist, ze praatte niet veel en ze was avontuurlijk aangelegd. Vooral dat laatste had De Jeude aangemerkt als een eigenschap die belangrijk, misschien wel onmisbaar was voor het onderhavige doel. 'Ze moet zich niet steeds afvragen waar ze morgen is. Ze moet niet de hele tijd op haar mobiel kijken. Ze moet zich geen zorgen maken of ze haar belastingen wel op tijd doet. Het liefst zou ik willen dat ze helemaal geen belastingen doet, dat ze niet eens weet wat belastingen zijn.' 'Maak je geen zorgen,' antwoordde Z., 'ze heeft niet eens een huis. Ze woont bij iedereen die haar in huis neemt.' 'Heeft ze werk?' vroeg De Jeude. 'Ik vind het belangrijk dat ze werk heeft. Een vrouw zonder werk is zoiets als een kruiwagen zonder wiel. Wat ze ervoor betaald krijgt is onbelangrijk. Als er maar iets is wat ze als haar levensproject beschouwt. Liever niet grunten.' Z. zou het haar vragen, in het tweede sollicitatiegesprek, dat die middag plaatsgreep, op het grootstedelijke terras. Het was nat en winderig. Zelfs de honden bleven binnen. Toen Z. terugkeerde, meldde hij: 'Ariane zegt dat haar werk eruit bestaat haar geliefden te gronde te richten. Of ze daarin succesvol is, heb ik niet kunnen controleren. Ik ga haar, in het derde en laatste sollicitatiegesprek, ook nog vragen naar haar passies.' De Jeude barstte los in een van zijn groteske hoestbuien; hij herpakte zich snel. 'Je maakt er werk van Z., dat spreekt me aan, maar, even voor de goede orde, wat doen haar passies ertoe, passie is toch iets voor de middenstand?' - Het laatste en beslissende sollicitatiegesprek greep plaats in Z.'s slechtverlichte, en tjokvolle gangkast. Tussen de vergeten tennisrackets, het afgekeurd speelgoed en de rottende boeken sprak Ariane gepassioneerd over haar passies, ook al waren die irrelevant. Het enige wat Z. wilde meten was haar claustrofobie-score. Welnu, haar claustrofobie-score was -5, wat zoveel wilde zeggen dat ze genoot van krapte, dat ruimtegebrek haar gelukkig maakte. 'Heb je zelf ook nog vragen?' vroeg Z. Die had ze niet.