3. De kist werd een kamer, of, zo je wilt, een kast, vanwaaruit de dode aan zijn onderaardse wandeling kon beginnen.



Hoewel de noodzaak alsmaar afnam, en Z. hem bleef feliciteren met zijn revival, raakte De Jeude geobsedeerd door de gedachte zijn eigen kist te ontwerpen. Hij was nooit een ontwerper geweest, had nooit iets ontworpen – afgezien van (ooit, tegen zijn zin, op aanraden van Z., zij het zonder diens medewerking) een zwevend bed, dat volgens de wetten der slapstick binnen twee maanden met een ongehoorde klap naar beneden kwam; wonder boven wonder mankeerde De Jeude niets, sterker, hij sliep na het incident gewoon door in het niet meer zwevende, maar scheve bed – maar het ontwerpen van een kist leek plotseling wel haalbaar, mits hij de productie ervan uitbesteedde aan een fabriek. – De Jeude schetste op de achterkant van een envelop – o noodlot, o voorzienigheid, een factuur van ZesPlanken.com – en kwam al snel op een naar zijn eigen bescheiden mening geniaal, intuïtief ontwerp: een staande kist. Net zoals een portretfoto beter staand dan liggend kan worden genomen, kan een doodskist beter staand dan liggend worden ontworpen, non-sequiturde hij. Sinds hij was gediagnosticeerd met een vervroegde dood, was De Jeude gerechtigd tot elke non-sequitur die hij zich maar wenste, vond hij, en hij niet alleen. Z. was het roerend met hem eens. En vlak de vele voordelen van de verticale kist niet uit, redeneerde De Jeude voort, denk aan de ruimtebesparing op begraafplaatsen, maar vooral ook aan de symboolkracht. De kist werd een kamer, of, zo men wilde, een kast, vanwaaruit de dode aan zijn onderaardse wandeling kon beginnen. Om dit idee nog verder uit te werken zou de kist worden afgesloten met een heuse deur (niet ongelijk die uit Lazarus), in plaats van een klep. Er deed zich nu echter een probleem voor: hoe te voorkomen dat het lichaam inzakte? Juist: daar was ophanging voor nodig. De kastkist diende van binnen te worden voorzien van allerlei haken en ogen en katrollen en knijpers, waarmee het lijk in erecte staat kon worden gehouden. Meteen vloog De Jeude internet op om te zien of iemand het patent op deze vinding al had opgeëist.