26. Een professionele lach




Ard had zichzelf uitgenodigd aan de eettafel. Hij had zijn jas over de leuning van een stoel gehangen en zijn grove onderstel onder tafel gewerkt. Kennelijk kon de zoektocht naar zijn 'cliënt' nog wel even wachten. Het was bovendien heel goed mogelijk, had hij geopperd, dat Lidwina in de stad haar koopzucht bevredigde, 'of iets anders', en haar telefoon dood was. Onvlee hield zijn handen als een tent gevouwen voor zijn neus. Just zette meer espresso. De psychotherapeut had liever cappuccino geblieft, maar er was geen melk; als genoegdoening kreeg hij er cantuccini bij. 'Waar wilt u het over hebben,' verbrak Onvlee de stilte, 'over mijn hatelijkheid, wellicht?' De psychotherapeut liet een lach ontsnappen, een professionele lach, om de spanning uit de lucht te halen. 'Eigenlijk niet... Daarover weet ik al het een en ander... ik wil het hebben over frustratietolerantie... bent u bekend met dat begrip?' Just stond nog steeds te dralen bij het raam, hij wilde de indringer niet belonen door met hem aan tafel te gaan zitten. Hij had zich voorgenomen niets te zeggen, maar weinig viel een Onvlee zwaarder dan zwijgen. 'Hoe tolerant iemand is ten opzicht van gefrustreerden?' probeerde hij. Opnieuw die professionele lach, afgemeten, cosmetisch. Ard stak een cantuccino in zijn mond en haalde hem er daarna meteen weer uit. 'Bijna goed. Het is de mate waarin iemand zijn eigen frustraties tolereert. Iedereen is gefrustreerd, de kunst is om met die frustraties om te gaan.' De therapeut keek eerst naar Just, daarna naar de oude Onvlee, om te zien of zijn theorie aansloeg. Het geluid van het koekje in zijn mond werd bijna ondraaglijk.