27. Agonie




Het idee van het kielhalen begreep ik. Kennelijk moest de agonie die de Deense sterrenkundestudent- met-een-voorliefde-voor-bijna-dood-ervaringen S. destijds had doorgemaakt in mijn behandelkamer worden gewroken door zijn behandelaar nu eenzelfde soort agonie te laten doormaken. Helemaal parallel was het niet, de agonie van S. destijds en die van mij thans, op de Katalla. Ten eerste stief S. in eenzaamheid. Daar kon Dr. Proctor niets aan doen; het sterven was niet inbegrepen bij de behandeling. De eenzaamheid wel, maar alle eenzaamheid is relatief. Ik ging mij, op dit moment aangekomen in mijn leven, niet meer verdedigen voor acties zeven jaar geleden, ik probeerde ze niet eens meer te begrijpen. Het enige wat ik nu nog kon doen was mij zo goed mogelijk weren tegen de consequenties.
Kielhalen onder een woonboot door bleek makkelijker gedreigd dan gedaan. Het eerste obstakel bij de tenuitvoerlegging, waar we op stuitten, was hoe het touw dat Tom had gevonden, en waarmee het slachtoffer onder water moest worden getrokken, van de ene patrijspoort naar de tegenoverliggende te krijgen 'onderde kyel doir', om het in Middelnederlands uit te drukken. Het leek een bijna paradoxaal probleem: voordat een mens kon worden gekielhaald, moest het touw waaraan hij voort werd getrokken worden gekielhaald. Tim had de oplossing: hij zou een stootwil aan het eind van het touw binden, en die overboord gooien, waarop Tom over het touw heen zou moeten varen, waarna Tim het touw aan de andere kant weer uit het water zou kunnen vissen. Maar ging dit lukken voordat de Amsterdamse politie, die denkelijk doende was 'groot materieel' uit te laten rukken in de vorm van helikopters en politie te water, bij de Katalla was aangekomen?
Tim begon 'alvast' een stuk touw aan mijn enkel te binden. Ik verheugde me niet op mijn tocht onderlangs. Ik was weliswaar een meester in de agonie, maar toch vooral in het toebrengen ervan. Het ondergaan van de agonie was niet mijn fort.
Zoals altijd kwam het nieuws van de andere kant. Meer in het bijzonder van de kant van het Amsterdam Rijnkanaal. Met een enorme noodgang, leek het, of in elk geval meer dan twee knopen, spoot een vrachtschip, zo een met onduidelijke lading, de rand van het schip kwam nauwelijks boven het water, luid claxonnerend in onze richting.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wat fijn dat jullie er zijn