2. Die Geige



'Was machen Sie hier?' sist de ongenode bezoeker die zijn pistool, met een demper erop, zie ik nu, nog altijd op mij gericht houdt. Hij lijkt bij nader inzien helemaal niet op Horst Schimanski. Leek hij maar op Horst Schimanski. Deze man heeft een bleek, week gezicht, en blauwzwart geverfd Hitler-haar. Natuurlijk is het onterecht, en misschien zelfs flauw, om de eerste de beste Duitser die zichzelf bij je uitnodigt Hitler-haar mee te geven - tenzij hij zulk haar heeft. Dat kan ik beter aan U vragen, kaats ik terug, nog altijd vanaf de WC-pot, het boek van Bert Stern in mijn schoot, want daaronder draag ik niets. Het enige wat ik draag is Marilyn's Last Sitting. Ik ben om kwart voor vier 's nachts zelden toonbaar, om de eenvoudige reden dat ik me aan niemand hoef te tonen. 'Ich bin hier der Einzige, der die Fragen stellt,' gaat de man verder. Met de loop van zijn pistool, met de demper eigenlijk, krabt hij over een schraal plekje naast zijn neus. 'Wo ist die Geige?' Welke Geige? Ik weet van geen Geige. Luister, u dringt hier zomaar deze woning binnen, om kwart voor vier 's nachts, op een doordeweekse dag ook nog, richt een pistool met een demper op mij, en begint over een Geige. Dat kan niet. Laat me op zijn minst even afvegen en mijn handen wassen, dan praten we zodirect, aan de keukentafel verder. Doe alsof u thuis bent. Dat doet u toch al.

1 opmerking:

Wat fijn dat jullie er zijn