Spatzen. |
Als ik de douche uitkom, me heb geschoren, geurtje opgedaan, aangekleed, eieren gebakken, koffie gedronken, enzovoorts enzoverder, muziekje opgezet, Gesualdo nota bene, merk ik opeens dat ik me niet meer alleen voel, of misschien moet ik het zo zeggen, opeens besef ik hoe alleen ik ben geweest in de maanden dat ik hier verblijf, eenzaam zelfs, ook al waren de Berlijners sympathiek, Berlijners zijn altijd sympathiek, dat is algemeen bekend, maar zelfs ondanks dat sympahieke, ja, welwillende Berlijn, bleef ik solitair. Ja, ik dronk cappuccino met Berlijners op de Helmholtzplatz, ja, ik dronk Riesling met ze op de Oderbergerstraße, ja, ik dronk witbier in de Wrangelstraße, alles onder toezicht van Spatzen, maar er gebeurde niets. Concatenatie, geen connectie. Maar misschien straalde ik ook te weinig uit dat ik bronstig was. Misschien straalde ik uit dat ik, Marius Mobius, Konzeptkünstler, meer dan genoeg had aan mezelf. Maar nu, met een doorboorde Hasso in de slaapkamer, voel ik me plotseling bijzonder op mijn gemak, ontvangen, thuis in deze stad, in deze IKEA modelwoning zelfs. Gezelligheid: een vreemd ding.
Je verheugt je natuurlijk op het aanstaande gezelschap: Eerst politie, dan advocaat, celgenoten, cipiers. Je krijgt het nog druk. Want dat je naar de cel gaat lijkt me duidelijk. En daar geen gebrek aan bronstige connectiezoekers!
BeantwoordenVerwijderenNot so fast, Michiel Cobben. Heb je concatenatie al opgezocht?
BeantwoordenVerwijderen