Boekenbalts

Mijn dichtstbijzijnde lezer was al vroeg begonnen met lezen. In bed schurkte de rug van haar boek tegen die van het boek dat ik aan het lezen was in een soort ingewikkelde boekenbalts. Dat was misschien iets te dichtbij, maar gelezen worden is gelezen worden, en: waar moest ik heen? Ik wilde zelf ook lezen in bed.
Dit was enige weken geleden. Sindsdien heb ik het boek nu eens met ezelsoren, dan weer opengeslagen aangetroffen op haar nachtkastje. Ze is iets over de helft.
'Ik lees langzaam, ik wil er zo lang mogelijk over doen.'
Strelende woorden, maar een oordeel van de dichtstbijzijnde lezer over het gelezene in zijn totaliteit is ook wat waard.
Gisterenavond dook ze weer met Het dispuut in bed.
Vlak voordat ik de deur uit ging – misschien toch beter dat de schrijver de intimiteit van het lezen niet verstoort, dat mijn aanwezigheid de receptie van het gelezene niet beïnvloedt – zei ze: 'O, op deze zin heb je lekker zitten puzzelen. Dat weet ik zeker. Ik zie het voor me.'
'Welke zin?'
'Verliefd worden op een lesbiënne is zoiets als proberen een ei te bakken in de diepvries.'
'Dat weet ik niet meer. Misschien kwam het er in één keer uit.' Ik gaf haar een kus en vertrok.