Platte rat

De rat die op straat lag vanochtend, recht voor de deur, was niet zozeer dood als wel plat. De rat was óók kapot. Zijn ingewanden waren uit zijn lijf geperst. Ik kon ze niet uit elkaar houden, mijn anatomische kennis van de rat is niet zo sterk, maar één ding was zeker: de lange draad die vanuit de rat nog een eindje door over straat liep, moest natuurlijk zijn darm zijn. Zijn dunne darm, waarschijnlijk, gezien de lengte en, nou ja, de dunte. Te oordelen naar de positie van de rat op de straatstenen was de rat op weg naar mijn voordeur, maar hij was dus op een hindernis gestuit. Een gemotoriseerde, dikbebande hindernis, die dus, nietsvermoedend, ongetwijfeld, weer was weggenomen. Hoe die darm daar als een harpsnaar over de stenen was gedrapeerd, kon ik niet reconstrueren. Was hij uit het rattenlijfje...  g e s p o t e n ? Of had de rat, reeds plat, zich nog een stukje voortgesleept, teneinde zo dicht mogelijk bij mijn voordeur te komen, zo dicht mogelijk bij het paradijs, zogezegd, terwijl zijn darm aan een straatsteen bleef plakken, en steeds strakker kwam te staan? We zullen het niet weten. Nadat er met de gemeente was gebeld, die doorverwees naar de dierenambulance, die doorverwees naar de GGD, die een eindeloze, gekmakende wachtmuziek liet horen, haalde ik een spade en deponeerde de rat, die de facto (en de jure) een bontje was geworden, een bontje dat niemand wilde dragen, met zorg in de vuilcontainer.