Ik wachtte op mijn vernedering, maar die bleek mee te vallen.

Onlangs ben ik mijn licht gaan opsteken bij Uber, want ik heb inderdaad altijd al gedroomd van een bestaan als taxichauffeur. Die droom werd enigszins bevuild door krantenberichten over Ubers die zich als snorders gedragen op Schiphol om extra ritjes bij elkaar te harken, maar voor de rest wilde ik maar wat graag deelnemen in de brave nieuwe wereld die Travis Kalanick voor ons, freelancers in de gig-economie, bezig is te creëren.
Je downloadt een appje voor chauffeurs en KLABANG! de afspraak voor de 'informatie-bijeenkomst' is gemaakt. Onwillekeurig of niet zo onwillekeurig moest ik terugdenken aan de groepssollicitatie bij PostNL waarover ik schreef in mijn dagboek.
Ik liep de receptie binnen van het bedrijfsverzamelgebouw aan de Vijzelstraat en vroeg naar Uber. Vierde verdieping wist een dame. Ik naar de vierde. Daar kreeg ik van weer een dame te horen: 'Informatiebijeenkomst? Derde.' Ik naar de derde. Ik betrad een frisse ruimte met een groot UBER-logo waar de radio hard aanstond op een populaire zender, en, opmerkelijker wellicht, een half dozijn personen die mijn kinderen (kleinkinderen bijna) hadden kunnen zijn, zitten op idioot hoge bureaustoelen achter, u raadt het al, idioot hoge bureau's, met daarop idioot grote Apple-beeldschermen. Ik wachtte op mijn vernedering, maar die bleek mee te vallen. Ik mocht meekomen naar een klein kamertje. Daar kreeg ik alleszins redelijke en interessante informatie. Uberen blijkt bij drukte €30 en bij luwte €25 per uur op te kunnen opleveren. De catch? Uber verlangt dat ik 2 mille investeer in mijn chauffeursdroom, en ik heb geen 2 mille.