Hoarder

Een belangrijk verschil tussen de onderkant en de bovenkant van de samenleving is dat het drama aan de onderkant beter zichtbaar is. In een scharrige straat in Oud Zuid staat een klein roestig autootje tot de rand toe gevuld met spullen. Alleen de passagiersstoel is nog vrij; daar zit de automobilist, een vermoeid ogende man van middelbare leeftijd die bezig is enkele boodschappen, zoals boterhamvlees en goedkope koeken, vanaf de berg troep naast hem uit de auto op straat neer te leggen. Een hoarder, denk ik eerst. Daarna denk ik: die is recentelijk, of niet zo recentelijk, uit zijn huis gezet. Als dat zo is, moet hij misschien nog steeds als een hoarder worden aangemerkt.
'Gaat het?' vraagt de man, als hij ziet hoe ik mij met mijn dwerggazelle langs zijn autootje probeer te manoeuvreren.
'Dat kan ik beter aan u vragen.'
Stilte. 'Moeilijk, het gaat moeilijk...'
Ik sta nu voor het dilemma verder te vragen, of door te gaan met mijn ronde. Als ik verder vraag, gaat dit mij enige tijd kosten, mogelijk een kwartier, afhankelijk van zijn verhaal, wellicht zelfs een half uur, en het is niet dat ik me niet voor zijn verhaal interesseer, ik interesseer me juist wel voor zijn verhaal, maar het komt me niet uit, mijn hoofd staat er niet naar, of ik ben gewoon lui, en dus ik laat hem achter.