die verrukkelijke lente, dat oneindig knisperende
wanneer je weer gelooft in het goede
oudroze fonteinen tegen nieuwblauwe luchten
verdrijven moeiteloos de geur van de dood
het is april en ik wil weer zingen en dansen
met wie maar wil in de stad
jou in mei omhelzen
omdat je blijft
we dragen het lot dat ons toevalt
we hebben geen keus dan
door te gaan tot de zomer
afscheid te nemen in de herfst onder de wol te kruipen in de winter
maar eerst een hand voor het scherpe licht
de alles verwarmende zon toelaten
de belofte van een ontkiemende vrucht
de droneachtige vlucht van een hommel beschrijven
de machtige omarming van de magnolia
alsof vroeg in de ochtend
duizenden koolwitjes op de kale takken neerdaalden
om ons uit onze angstdroom wakker te kussen
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat fijn dat jullie er zijn