Turks Fruit revisited



Het eerste wat me opviel na mijn herlezing van Turks Fruit – toegegeven: long overdue – was de ongehoorde vaart van Wolkers' vertelling. Elk hoofdstuk is een lange tirade, zonder alinea-indeling, de woorden blijven komen, als mitrailleurvuur. De auteur schakelt moeiteloos heen en weer in de tijd, en dit schakelen komt niet over als een bedachte literaire constructie, maar als natuurlijke, zeer menselijke chaos, het op en neer, het rafelige patroon van een verhaal zoals je ook in de kroeg aan je buurman zou kunnen vertellen.
Na tweehonderdpagina's en nog wat is het bam! afgelopen. De kanker van de heldin, haar kaalgeschoren kop met het luikje, Wolkers besteedt er maar weinig woorden aan. Des te harder komen ze aan, denk ik. Wie durft heden ten dage nog zo beknopt te zijn? Dimitri Verhulst comes to mind.
Het uitspinnen van scenes, dat in de literatuur zo populair is, en waar ik me ook wel schuldig aan heb gemaakt – zou dat de invloed van film en televisie kunnen zijn? Wolkers raast door de handelingen, met een enorme rijkdom aan anekdotes; T.F., schijnt om die reden ook wel een parelketting van anekdotes te worden genoemd, las ik in Onno Blom's biografie. Zelden werden in een boek zo gretig moppen getapt (wie voorziet zijn literaire meesterstuk van een motto uit Kuifje?). En laten we wel wezen, moppen zijn ook heerlijk, mits goed verteld, maar nogmaals, wie durft dat nog?
'Midden in de nacht werd ik wakker van de kou en zat toen met mijn pik in haar aars.' Dat is op het randje van de geloofwaardigheid, en afgezien van Wolkers' machismo en gebrek aan zelfspot is er weinig gedateerd aan de manier waarop er in T.F. wordt 'geërotiekt'.


Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wat fijn dat jullie er zijn