Hill and Adamson: The fairy tree at Colinton |
Gisteren kreeg ik de vinger van mijn zelfgehuwde vrouw. Eerder al had ik de vinger gekregen van mijn zelfverwekte kind, maar dat was niet gemeend want onderdeel van een goocheltruc: ze hield haar opgestoken hand met de rug naar me toe en zei, de vingers één voor één aflopend, 'blaadje, blaadje, boompje, blaadje, blaadje. Blaas eens.' Ik blies. Alleen het boompje bleef overeind. De vinger van de zelfgehuwde vrouw kwam op de Damstraat ter hoogte van de Pillenbrug. Heb ik eerder gezegd dat het wel meevalt met het toerisme in Amsterdam, dat we niet moeten zeuren? Toen sprak ik zeker niet over de Damstraat en toen probeerde ik zeker niet met voornoemde vrouw en kinderen die straat door te fietsen in de richting van de Dam op een zonnige zondagmiddag in november. Gisteren probeerde ik dat dus wel en kreeg ik de vinger toen ik omkeek naar mijn vrouw nadat ik had moeten stoppen omdat de stapvoets bewegende auto's ons langzaam tussen autoband en stoeprand bezig waren te vermalen. Had ik niet een rustigere route kunnen nemen, over het Rokin bijvoorbeeld? Maar had ze dan niet gezien dat het fietspad langs de Amstel naar de Munt, dat ik, komende uit de Halvemaansteeg, wilde nemen, niet meer bestond, dat dit fietspad zonder dat we waren geïnformeerd geruisloos was verdwenen in een voetpad vol toeristen? Nee, dat had ze niet gezien. Natuurlijk was hier sprake van shit, maar ik denk in zulke situaties: when shit happens, embrace shit. Zij denkt: when shit happens, blame husband. Er zijn meer mogelijkheden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten
Wat fijn dat jullie er zijn