Noorwegen

Toen ik van mijn eerste radio-interview terugkwam reageerde lieftallige verbolgen: 'Je hebt niks over mijn land gezegd! En dat had je beloofd!' Ik had inderdaad beloofd iets aardigs te zeggen over haar land – eigenlijk het land van haar moeder: Noorwegen – omdat dat land er in Dagboek van een postbode nogal bekaaid vanaf was gekomen (althans volgens haar), maar de sluikreclame was erbij ingeschoten. Ik was er vooral op gebrand om het M-woord te voorkomen, misschien was daardoor het N-woord op de achtergrond geraakt.
Uiteraard beloofde ik, omdat ik het beste voor heb met Scandinavië, maar vooral met Noorwegen, dat ik weer zou proberen om reclame te maken voor Noorwegen in mijn tweede radio-interview. Dat interview was aan de korte kant, en vond plaats in een stampvolle kroeg in Utrecht, dus na afloop had ik lieftallige aan de telefoon, wandelend tussen de shoppende Utrechters, en moest bekennen dat ik opnieuw had verzaakt.
Er was nu nog één mogelijkheid over om Noorwegen onder de aandacht te brengen, en dat was het derde interview, met een provinciale nieuwszender. Opeens hoorde ik mezelf midden in het gesprek met de alleraardigste interviewster zeggen: 'Noorwegen is een prachtig land... ik ga er graag naar toe...' om vervolgens weer de draad op te pakken, welke draad dat ook geweest mag zijn. Missie volbracht.