7. Niemand doet tegenwoordig nog iets voor geld.

 

Innocenti besloot een wandeling te maken door de stad. Ver durfde hij niet te gaan, niet omdat hij bang was om te verdwalen of te laat te komen voor zijn produktieafspraak, maar omdat hij last had van plotselinge buikgriep, die gepaard ging met in golven opkomende misselijkheid alsmede veelvuldig... – de details konden achterwege blijven. Hij kwam bij een vrijwel geheel uitgestorven plein. In het midden stond een beeld van een zekere fra G. Savonarola, die, vanuit één bepaald standpunt, je recht in de ogen keek, met de priemende ogen van de fanaticus. Op een bankje ontwaarde Innocenti, niet geheel tot zijn verrassing, de iele Christusfiguur, de mede-kwakjesleverancier die,zo had hij op het produktieschema gelezen na hem aan de beurt was en naar de naam Rico luisterde. Hij zag Innocenti niet, leek in gedachten verzonken. Innocenti vroeg zich af of hij hem moest storen. Het was zijn principe niemand te storen in zijn activiteiten, tenzij het niet anders kon, maar Innocenti was van Rico graag wat te meer te weten gekomen over over Domenica, het doel van de kwakjes en het experiment. Toch hij wilde onder geen beding zijn informatieachterstand laten blijken. 'Bent u zenuwachtig,' was de niet bijster sterke vraag waarmee Innocenti de conversatie opende. Rico keek omhoog, haalde zijn magere schouders op, en keek weer naar beneden. 'Doet u het voor het geld?' was zijn tweede, alweer niet bijster sterke vraag, want het antwoord zou hoogstwaarschijnlijk ontkennend zijn. Niemand doet tegenwoordig nog iets voor geld. En inderdaad schudde Rico zijn hoofd. 'Voor de wetenschap dan?' Stilte. Innocenti vroeg zich af wat er voor nodig was om deze man aan het spreken te krijgen. Hij ging naast hem op het stenen bankje zitten en wachtte. Er stiefelde een – lachend – nonnetje langs. Daarna passeerde een forse man met twee rondborstige vriendinnen aan zijn zij, die een T-shirt droeg met de tekst MAKE LOVE NOT BABIES. Toen Innocenti weer aanstalte maakte om op te staan en terug naar het huis te gaan, omdat zijn buik opspeelde, sprak Rico, bijna onverstaanbaar: 'Dus u stamt af van een vondeling?'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wat fijn dat jullie er zijn