Brodsky




Op de snelweg naar Rotterdam, de skyline was al in zicht – altijd weer een stuk imposanter dan die van Amsterdam, dank gaat daarbij uit naar de bombardementen – keken we naar rechts en lazen, hoog op een gebouw: STEDEN SCHUILEN NIET WANNEER HET REGENT.
'Wat een stupide tekst,' zei ik, onnadenkend.
Lieftallige was het roerend, en even onnadenkend, met me eens.
Welk bedrijf probeert hier aandacht te trekken? Wat probeert iemand hier te verkopen? Het kan alles zijn, en het is allemaal even grote flauwekul, dachten wij.
Wij namen niet de tijd om na te denken.
Rotterdam heeft een traditie hoog te houden als poëzieverspreider via gebouwen, men denke aan Alles van waarde is weerloos (na Luceberts ontmaskering herdoopt in Alles van waarde is Wehrmacht), en natuurlijk de regel van Jules Deelder – God mocht willen dat Hij zijn ziel had –: De omgeving van de mens is de medemens.
Waarheden als koeien, die door Rotterdammers, en niet alleen door hen, elke dag opnieuw gelezen mogen worden.
Welke ware koe zat in de regel over de steden die niet schuilen wanneer het regent? Wel, het licht brak bij mij pas door toen ik diezelfde avond het enige zinnige kerstcadeau, mijn schoonvader aangeboden, onder ogen kreeg, Lees!, een bundel gedichten samengesteld door Ahmed Aboutaleb. Bovenstaande regel blijkt deel uit te maken van Rotterdams Dagboek van Joseph Brodsky. Een vertaling overigens, uit het Russisch en het Engels.
Cities –
not people and not hiding in the stairwell
during a downpour.
Bij Brodsky regent het bommen.





Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wat fijn dat jullie er zijn