Eigenaardigheden



Technisch gezien heb ik geen reden meer om te bloggen, – ik zou het zelfs beter kunnen laten –, maar gister toog ik naar Hilversum voor een interview met EenVandaag, en het zou zonde zijn als de eigenaardigheden daaromheen niet ergens werden geboekstaafd.
Ik moest bij het NOS-gebouw zijn. Wie met de trein reist, en dat leek me in mijn geval verstandig (ik heb eens, op weg naar de studio, met toenemende wanhoop rondjes gereden door Hilversumse woonwijken), wandelt door het Mediapark, langs het Tineke de Nooij-pad ("eerste vrouwelijke DJ van Nederland") en de Leen Jongewaardweg (Nederlands eerste TV-homo, vermoed ik).
Het grote, Oostblok-achtige NOS-gebouw lag er desolaat bij in het late herfstlicht. Voor de deur hing een stalen sculptuur van een dikke knoop. Zitten ze in de knoop bij de NOS? Zitten we allemaal in de knoop, met onszelf?
Ik meldde me bij de receptioniste in de lege lounge, en zeeg neer op een bankstel met een folder over 'Nieuwsbehoeften'. 'Wat zijn de dieperliggende motivaties van mensen om nieuws te consumeren?' Goeie vraag. Ikzelf consumeer al jaren geen nieuws meer, althans niet van de NOS. De tijd dat het NOS-Journaal het venster op de wereld was, lijkt een eeuw geleden.
Een vriendelijke jongeman met een Limburgs accent liet mij een toegangspasje afhalen, en loodste me mee naar boven, maar de beveiligingspoort die was aangelegd nadat een gewapende man de studio in was gestormd om zendtijd op te eisen, bliefde mijn pasje niet. Ik vond dat veelzeggend, zoniet mijn begeleider.
Met een bekertje automatencappuccino werd ik in een wachthoek geparkeerd. Ik sloeg mijn meegebrachte Verzameld Werk van Karel van het Reve open, en las verder over Gogol. In de verte nam ik gedempte stemmen waar, alsof de sprekers een hand voor hun mond hielden. Ik voelde het zweet in mijn oksels ophopen. Bij mij werkt drank goed tegen plankenkoorts, maar ik wilde vandaag eigenlijk nuchter blijven, en scherp liefst. Was er wel een exemplaar van mijn boek in de studio aanwezig? Ik had er zelf een mede moeten nemen. Een vertegenwoordiger van stofzuigers gaat toch niet zonder stofzuiger op pad?
En inderdaad, toen ik plaatsnam in de studio zag ik dat er maar één boek op tafel lag bij de presentator van dienst, en dat boek was niet van mij. ZELFMOORD stond op het omslag. Ook dat vond ik veelzeggend, maar zo kun je overal wel betekenis aan geven. Ik nam mij ondertussen voor niet te vergeten mijn boek ter sprake te brengen.
Zoals alle interviews verliep ook dit interview voorspelbaar, en toch ook niet voorspelbaar, wat het voor de beide deelnemers aan dit journalistieke ritueel 'spannend' houdt. Terwijl ik aan het woord was, zag ik de presentator knikken naar de regiekamer achter mij, waar, zo stelde ik me voor, de regisseur CUT-gebaren maakte, met de duim langs de hals, enzovoorts.
Na mijn segment zou het programma verder gaan 'over de liefde'. Het nieuws daarover heb ik niet geconsumeerd, want ik zeilde in een vloeiende beweging het NOS-gebouw weer uit, terug naar het treinstation.
Svigermor appte. Als zij mijn enige luisteraar was, is het niet voor niets geweest.
In de voetgangersbrug boven het spoor werd ik aangesproken door een figuur naast een met huisraad bepakt winkelwagentje, die me deed denken aan Wim de Bie's Dirk. 'Heb je nog wat over voor twee boeddhisten?' Ik overhandigde hem wat kleingeld. 'Waar is de andere boeddhist?' vroeg ik. 'Die is boodschappen aan het doen.'
Gogol had het kunnen bedenken.