Dagboek van een postcode

Waarom is het zo erg om jezelf terug te horen op de radio? Zelfhaat gaat te ver, maar zelfhekel is het zeker. Hekel aan je stem, hekel aan je manier van formuleren, het hakkelen, de eh's, hekel aan je matige terzijdes. En dat, terwijl ik vooraf best zin had. En wel hierom: ik had een plan. Eigenlijk twee plannen. Plan A: een pacificerende shout-out naar Xaviera. Dat was het makkelijke plan. Om dat te doen slagen was het alleen maar nodig om haar naam op de rug van mijn hand te kalken om te voorkomen dat ik het zou vergeten. Ik vergat het niet. Het werd: 'Xaviera, ik mis je.' Het ongemakkelijke plan B was weglopen uit de studio bij de constatering dat de interviewer mijn boek niet had gelezen. Ik wist vrijwel zeker dat hij mijn boek niet zou hebben gelezen, aangezien zijn voorbereider een dag eerder die moeite ook niet bleek te hebben gedaan. 'Die interviewer doet er niet toe,' meende lieftallige, 'je moet je over die interviewer heen tot de luisteraar richten.' De interviewer, Hemmen heette hij, haalde de angel uit mijn ergernis door voorafgaand aan het interview ruiterlijk toe te geven dat hij geen letter had gelezen. Het doet denken aan een uitgever als Maij Spijkers die boeken uitgeeft die hij niet heeft gelezen. Al even ruiterlijk stond Hemmen mij vervolgens toe de eerste pagina on the air voor te lezen. (Ik hekelde mijzelf opnieuw om mijn versprekingen.) Ook dit – vijfde! – radio-interview ontrolde zich op voorspelbare wijze. De eigenaardigheid bestond eruit dat Hemmen afsloot met 'Dat was Viktor Frölke, schrijver van Dagboek van een postcode' en ik een kwartier na de uitzending uit mijn bed werd gebeld op mijn geheime telefoonnummer door een IT-deskundige, die aanbood de geheimheid van mijn telefoonnummer en andere privégegevens enigszins op te krikken. Ik ga binnenkort met hem koffiedrinken.
Voor wie nog zin heeft: Hemmen, minuut 104 - 115.