Afscheid

In mijn ontslagbrief stond dat mij per onmiddellijk iedere toegang tot PostNL-gebouwen werd ontzegd, maar dit bleek bij aankomst op depot mee te vallen. Ik kon gewoon naar binnen. Het was ongewoon druk. De collega die in het boek Klaas heet gaat van zijn welverdiende pensioen genieten en was zo aardig om mij toe te staan als een zwaan kleef aan mijn afscheid aan dat van hem te koppelen.
'Zal ik AT5 meenemen?' had ik de avond ervoor aan Jeff gevraagd. Het bleef even stil. Toen antwoordde hij: 'Ik blijf liever een fictief personage.' Ik kan daar inkomen, ik blijf ook liever een fictief personage, maar er is voor mij nu geen weg meer terug.
Ik deelde her en der stukken uit van zelfgebakken troostcake, schonk enkele glazen zelfgekochte sauvignon blanc in, en las hardop voor uit mijn ontslagbrief, waarin puntsgewijs de stoutigheden uit mijn boek worden opgesomd.
'Als je zo'n dagboek publiceert, ga je dat er toch niet allemaal in zetten?!' riep de oud-depothouder, in het boek Govert, verbijsterd uit. Ik knikte schuldbewust. Misschien lag het aan de sauvignon blanc, maar ik hoorde me ineens voor de vuist weg beweren dat ik inderdaad gemasturbeerd had op depot, hoewel daarvan nu weer g e e n  melding werd gemaakt in de ontslagbrief. Was dit nodig? Had ik het achterwege moeten laten? De tol der eerlijkheid.
'W a t  heb jij gedaan?' Govert weer. Toen wist ik zeker dat hij de afgelopen twee weken onder een steen had geleefd, of in elk geval niet de moeite had genomen mijn persoontje te googelen (ik ook niet trouwens, ik word via andere kanalen op de hoogte gehouden van de stemming in het land). De vrouwelijke collega kon er alleen maar om lachen. Daar was ik blij om. Waar ik dan weer om kon lachen was het geschenk dat mijn collega's voor me hadden bedacht. Een kraakverse Le Monde.