12. Een abstract hoogtepunt

Mark Golding


De Jeude lag in bad, zijn favoriete hangplek, met een boek, zijn favoriete tijddoding. Hij had reden om te baden. Er was een heleboel stoffigheid en vuiligheid die hij diende te verwijderen, voordat hij de mensen weer kwinkelerend onder ogen kon komen. Hij was een houten klaas, maar nu: al zijn gewrichten deden pijn, zelfs zijn vingers waren verkrampt door de langdurige opsluiting. Hoe lang hadden Ariane en hij opgesloten gezeten? What was he thinking? Dat hij zomaar eventjes, zonder hulp van buitenaf, in the comfort van zijn eigen woning, met haar aan zijn langverwachte onderaardse wandeling kon beginnen? Nee, dat was wat te kort door de bocht. Hij was ervan uitgegaan dat ze zou protesteren, maar niet dat ze zou ontkomen, daartoe had hij haar niet in staat geacht. Niettemin had hij, zolang de opsluiting duurde, van haar genoten. Er verscheen een moeizame glimlach rond zijn schrale mond, de lege-boterhamzakjes in zijn gezicht vulden zich enigszins. Vanille seks kon het niet genoemd worden. Eigenlijk voldeed geen enkele conventionele beschrijving. Er was minimale beweging geweest, op cruciale plekken, dat wel, wrijving zogezegd, frictie, zonder frictie geen fictie, maar het hoogtepunt was abstract geweest. Dat had hem dwars gezeten, De Jeude. Ariane kon veel beter omgaan met een abstract hoogtepunt, een hoogtepunt als een wolk, in plaats van als een televisietoren. Maar dat was een kleinigheid. Het was lang geleden dat hij zozeer was opgegaan in een onbetaalde knuffelsessie, voor zijn gevoel had het fontein van oxytocine nog wel langer mogen duren... Maar waar was ze gebleven, adembenemende Ariane? En waarom had ze geen bericht achtergelaten? Was dat niet wat cru, zonder bericht de patiënt aan zichzelf overlaten? Terwijl De Jeude zich hoofdschuddend oprichtte uit bad, gleed zijn boek in het water.