Bellen met mijn ouders


8 opmerkingen:

  1. Bart: "Je kent me niet, maar dit is nu eenmaal het lot van de kunstenaar die - anders dan de winkelier die de afnemers van zijn waren in de winkel wel ontmoet - zijn lezers of bewonderaars nooit kent, maar ik ben een fervent aanhanger van je poëzie. Omdat de wijze waarop jij de grote thema's van het leven op een uiterst subtiele en diep artistieke wijze toucheert, erg knap is, zoals daar zijn leven en dood, de liefde, vriendschap, de onderlinge betrekkingen der mensen, de wijze waarop de wereld zich aan ons aanbiedt en ons in raadselen hult omtrent haar aard en betekenis, dezelfde vragen omtrent aard en betekenis van het leven, wat in nog veel grotere raadselen gehuld lijkt te zijn en die nimmer lijkt te kunnen liggen in onze dagelijkse beslommeringen, ouderdom, familieverhoudingen, het lijden en de pijn, grote toevallige ontmoetingen, de betekenis en schoonheid van objecten en de natuur, en vele andere dingen. Met name je beschouwing van het totaal kleine wat via jouw waarneming op een magische wijze naar het heel erg grote en voorname transformeert. Knap is ook hoe je bereid bent jezelf kwetsbaar op te stellen, niet sterk of zeker durft te zijn, vol met vragen durft te zitten, transparant kunt zijn, de zin van het leven durft te bevragen, diep emotioneel durft te zijn. Ook je vermogen jezelf van binnen uit naar buiten te keren, en om dat in taal en woorden te vangen, is krachtig, en daarin een spiegel in zichzelf voor de lezer. Ik lees je gedichten steeds met vreugde wanneer ze binnenkomen, en heb een paar keer hele middagen 4-5 uur lang in je archief oude gedichten zitten lezen waarbij ik me dan ondergedompeld waan in het schitterende universum van jouw artistieke oog en gevoel, even een middag, met permissie, in jouw geest inwoon."

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Bart: "Ik kan niet goed beoordelen of je dichtwerk naar de daarvoor geldende officiële maatstaven (rijmschema, regelstructuur, maat, lettergrepen, of wat geldt daar allemaal?) ook goed is want ondanks dat ik regelmatig poëzie lees heb ik daar geen kennis van, maar ik weet niet of dat voor de artisticiteit van het werk van belang is, want de vrije en speelse vorm die jij steeds kiest en de klank, de unieke eenvoud, ritme, de beelden die je oproept en de bespiegelingen die je maakt roepen in ieder geval bij mij een overweldigende en steeds weer een diep esthetische ervaring op. Maar ik lees ook regelmatig poëzie van dichters als Rossetti, Tennyson, Rumi, Chaucer, Kipling, Silverstein, O. Wilde, Pound, Brodsky, Emerson, R.M. Rilke, Eliot, Plath, Hughes, Yeats, Neruda, Tagore en diverse hedendaagse dichters, en ook naast hen vind ik jouw poëzie nog steeds geweldig mooi en goed, en tussen hen overeind blijven is niet eenvoudig. Maar misschien zijn het ook gewoon jouw stijl en inhoud en wijze van tegen het leven aankijken die in mijn innerlijk resoneren. Soms gebeurt het natuurlijk dat een bepaalde kunstenaar je om onverklaarbare redenen raakt. Jouw oog voor de vergankelijkheid van het leven en voor de schoonheid van het onzichtbare, je herkenning van de in essentie radicale zinloosheid van alles (die ik evenzeer zo ervaar) en je sensitiviteit voor wat misschien de enige wel werkelijke belangrijke domeinen zijn, zoals de liefde en vriendschap, zijn diep penetrerend en van een grote schoonheid en relevantie. Je boeken heb ik nooit gelezen en dat ga ik wel ooit doen, maar ik begrijp niet waarom je poëzie niet wordt uitgegeven (tenzij dit wel zo is), ook al is er natuurlijk vrijwel geen markt voor dit soort kunst, en bevinden uitgeverijen zich nu in de tredmolen van het uitsluitend zoeken naar snelle verkoophits. Maar alleen voor het artistieke belang moet dit wel echt ooit uitgegeven worden. Ook zou je eigenlijk een vaste plek verdienen in weet ik wat voor medium zoals bijv. NRC, Volkskrant, De Groene of iets dergelijks, zodat je als lezer daar steeds als eerste heen wilt (zoals je ook altijd even naar Fokke & Sukke wil). Het kan niet anders dat duizenden Nederlanders erg graag elke dag of paar dagen even diep geraakt zouden willen worden adoor jouw kunst. Ik hoop er nog heel lang van te kunnen genieten, maar als aanhanger weet je natuurlijk nooit wanneer de kunstenaar, mede door het aan de kunstenaar inherent onvoorspelbare karakter, plotseling de bijl terzijde legt en je tot je grote verdriet op een middag zijn laatste gedicht in je email aantreft, het meest bevreesde moment van iedere liefhebber. "

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Bart: "Sinds de aanvang van de oorlog schrijf je in het Engels en ik weet niet wat daar de overweging voor is, wellicht om op die wijze in deze absurde oorlog meer mensen te bereiken buiten het Nederlandse taalgebied, en ondanks dat ik versteld sta van hoe je ook in het Engels schitterende gedichtjes voortbrengt, wat mij moeilijk lijkt, en hoewel ook hier je oog voor de totale krankzinnigheid en inhumaniteit van deze oorlog weer diep treffend is, vind ik het wel een stukje minder dan je Nederlandse gedichten (wat ook geheel logisch is omdat kunst maken in je niet-moedertaal erg moeilijk is), die ik nu zo verschrikkelijk mis. Ik weet, natuurlijk mag de kunstontvanger nooit proberen invloed uit te oefenen op het werk van de door hem geliefde kunstenaar, maar dient hij diens keuzes en richtingen slechts te ondergaan, maar toch kijk ik stiekem uit naar wanneer je dichtwerk weer Nederlandstalig wordt en haar oude niveau weer haalt. Misschien moeten we daarvoor wachten op het einde van de oorlog, maar als we de media moeten geloven zou het een erg lange uitputtingsoorlog kunnen gaan worden, en in dat geval is dat mijn ongeluk, maar dit leed groter maken dan het onbeschrijfelijke lijden wat tientallen miljoenen Oekraïners ondergaan is natuurlijk absurd. Het heeft ook te maken denk ik met de overweldigende impact waarmee zo'n oorlog alles domineert en alom aanwezig wordt en je in een soort 'doomscrollen' terecht komt van het steeds weer moeten absorberen van onophoudelijk duister nieuws over lijden en destructie, terwijl jouw gedichten, hun aandacht uitstrekkend over een veelheid van onderwerpen, altijd kleine juweeltjes zijn die juist steeds wegleiden van de duisternis van de wereld naar het licht en de vrijheid van de kunst. En nu wordt ook jouw kunst weer onderdeel van die doomscroll. Maar ik weet, dit gaat natuurlijk over mijn eigen ervaring, de kunstenaar moet ook het donkere kunnen belichten. "

    BeantwoordenVerwijderen
  4. Bart: "Ik zei dat we elkaar niet kennen, wat niet helemaal waar is, want we hebben ik dacht 2 jaar bij elkaar in de klas gezeten op of het Lorentz Lyceum of op Rommert-Casimir (ik heb op beide gezeten, en weer terug, en weet niet meer waar ik bij jou in de klas zat, ik denk Rommert). Omdat jij net was blijven zitten (geloof ik) was je ouder dan de rest van de klas. Ik weet dat ik jou een schitterend figuur vond omdat jij toen een vrije geest was, een beetje een halve hippie die zich verzette tegen de regels en systemen en deviant was op de heersende atmosfeer. Jij was in kleding, houding en gedrag, oppressief en ontwrichtend op de natuurlijk conservatieve, keurige, gedisciplineerde en ook elitaire sfeer, en radieerde een totale desinteresse en intentie alleen je eigen gang te gaan. De latente kunstenaar zat waarschijnlijk al vroeg in je. Dat we bij elkaar in de klas hebben gezeten is niet de reden waarom ik je dichtwerk goed vind."

    BeantwoordenVerwijderen
  5. Bart: "k zag een keer je rituele losmakingsact van je ASC-verleden. Ik herkende wat je daar uitdrukte. Ik was in Rotterdam lid en hoewel ik er een schitterende tijd heb gehad waar ik mooie en bijzondere herinneringen aan heb, stond ik er ook toen al altijd tweeslachtig in, de intuïtieve herkenning dat er natuurlijk veel mechanismen zijn die onzuiver zijn. Het hele punt is dat het één groot continu spel is dat gespeeld wordt, maar om dat spel te kunnen laten fungeren dient afstand genomen te worden van de kennis dat het een spel is. Onderdeel en zelfs primaire voorwaarde van het spel is namelijk dat er ook gespeeld wordt dat het spel geen spel maar werkelijk is, en dat laatste is tegelijk wel en niet waar (waar omdat het zo nu eenmaal gespeeld wordt waardoor het die werkelijkheid verkrijgt, en onwaar omdat het immers altijd een spel blijft). Het is een massaal real-life rollenspel, wat de latere grote mensen maatschappij natuurlijk niet minder is, maar juist daarom was het ook inzichtelijk en interessant om mee te maken. Het is een soort jungle, waarin iedereen zijn eigen rol opneemt maar daarin ook veel oneigenlijkheid op zich moet laden, teneinde de gekozen identiteit te realiseren en te bestendigen, en het is hier waar inauthenticiteit en oneigenlijk gedrag niet alleen insluipen, maar ook noodzakelijk zijn om te overleven en daarmee ook gestimuleerd of uitgenodigd worden. Het is een sociaal laboratorium. Ik kon ervan genieten en onderdeel van zijn, maar tegelijk had ik over veel van de mechanismen, mores, gewoontes en rituelen reserves (sommige ervan waren mooi of traditioneel, andere waren geesteloos en stompzinnig), en het hele mechanisme van manifesteren en over de ander heersen teneinde zelf boven te komen, daar stond ik gevoelsmatig altijd buiten en kon ik geestelijk nooit met overtuiging aan deelnemen."|

    BeantwoordenVerwijderen
  6. Bart: "Ik bedacht dat er ook een paradox zat in jouw rituele corporale suicide-act omdat de handeling van de das doorknippen in wezen wederom een min of meer corporaal ritueel is. Want het afscheidingsritueel (die het einde van de deelneming ritueel vastlegt) staat in essentie recht tegenover het inwijdingsritueel (die het begin van de deelneming vastlegt) en daarmee staat het er niet buiten, maar maakt het er in wezen juist onderdeel van. Jij continueerde hier het corporale spel, door ervan weg te gaan. Maar dat is ook wat het mooi maakt, omdat het natuurlijk tot reacties in je omgeving heeft geleid, net zoals je boek dat vast gedaan heeft (al ken ik de inhoud niet, maar het was wsch kritisch). En het is ook wel goed dat je zoiets doet, dat je vormgaf aan kritiek van binnenuit (ipv altijd extern), wat bovendien ook grote onafhankelijkheid en moed vereist. Later dacht ik in een essay dat je schreef naar aanleiding van die excessen weer toenadering te lezen. Het meest frappante is eigenlijk hoe het gros van de oud-leden er op latere leeftijd mee omgaat. Op bijvoorbeeld reünies frappeert het hoe het spel, niet door iedereen maar wel door een groot deel, in wezen volledig gecontinueerd wordt, zij het nu in een subtielere vorm. In plaats van dat het volledig afgelegd wordt als een studentenspel dat alleen relevantie had voor dat moment of die levensfase, wordt het in plaats daarvan ofwel expliciet gecontinueerd (door hen bij wie ieder vermogen tot relativering of loslaten ontbreekt) ofwel (bij hen die het in retrospectief nu dan enigszins relativeren), is diezelfde relativering nog steeds onderdeel van dezelfde sterke identificatie en hechting, want juist de subtilisering ervan is erop gericht haar, in het licht van het nu meer volgroeide en volwassen inzicht, juist nog steeds te accorderen. Dat gebrek aan relativering is toch wel apart. Het zal te maken hebben met misschien twee oorzaken, een gebrek aan zelfkennis die de mens nu eenmaal eigen is, het onvermogen door zijn eigen aard en gedragingen heen te kijken, en ten tweede met het aan de mens inherente groepsverlangen en kuddegedrag, de wens deel uit te maken van grotere gehelen, en in het bijzonder van eliteverlangen. Maar een verschijnsel als corpora is zoals de meeste dingen niet te duiden of te beoordelen in 1 eindoordeel, omdat die generalisering altijd vernietigend is op de veelheid van dimensies. Er is niet alles slecht aan, net zo min als het heilig of superieur is. Er zitten zowel schitterende als verdorven componenten aan. En er is niet 1 'corpslid', er hebben, door de jaren geaggregeerd, honderdduizenden mensen rondgelopen, met evenzoveel verschillende karakters, persoonlijkheden en houdingen, van ultra mooie mensen tot uiterst geblindeerd.
    Plus het is een volslagen subjectieve ervaring. Primair is misschien dat het niet meer dan een rollenspel is, en juist daarin zoveel overeenkomst met het leven vertoont.

    Dank voor al je prachtige, en (m.i.) bijzondere, artistieke werk.

    Ik hoop dat het nooit ophoudt."

    BeantwoordenVerwijderen
  7. Dear Bart, wat een fantastische post. Hier kan een dichter/schrijver echt even mee vooruit. Dank daarvoor. Las iedereen mijn blog maar zo grondig, en wist iedereen zijn of haar appreciatie voor mijn poëzie maar zo zorgvuldig te formuleren.

    Ik moet inderdaad een uitgever zoeken voor mijn gedichten, ik was daar nog niet aan toe gekomen, omdat ik een nogal belangrijke roman probeer onder te brengen (lang verhaal.) Dat lijkt inderdaad te gaan lukken maar ik moet niet te vroeg juichen... Inderdaad worden dichtbundels nauwelijks verkocht, maar dat mag geen reden zijn om er niet een uit te brengen. Bovendien, Marieke Lukas Rijneveld (of is het Lukas Marieke) staat thans (weer) met een bundel in de top tien. (Het zijn volgens mij vooral vrouwelijke dichters die verkopen, denk aan Hagar Peeters; die zul je trouwens misschien ook wel goed vinden, ‘Genoeg gedicht over de liefde vandaag').

    Grappig dat we bij elkaar in de klas zaten. Dat moet op Lorentz zijn geweest, want Rommert heb ik volgens mij niet op gezeten. Ik dichtte toen al, maar was daarover (natuurlijk) vreselijk onzeker. Misschien zag ik eruit als een hippie maar ik voelde me een romanticus. Een van mijn eerste gedichten was een hevig geconstrueerd, beetje overspannen maar wel mooi ding (vind ik nog steeds) waarin de bewondering voor de Davíd van Michelangelo in Florence werd bezongen. Tja, zoiets zou ik tegenwoordig niet zo snel meer uit mijn pen krijgen. Maar waarom eigenlijk niet? Waarom mag het tegenwoordig niet meer verheven zijn?

    Klopt het dat jij in Mumbai woont? Wat doe je daar? Ik zag een klein fotootje op LinkedIn met je dochter schat ik zo, maar het lukte me niet je te herkennen.

    Nogmaals dank voor je uitgebreide mail. Je hebt gelijk dat mijn Engelse gedichten minder sterk zijn dan mijn Nederlandse, en dat is misschien een reden om ermee te stoppen. Maar ik vind dichten over de oorlog in het Nederlands op een of andere manier een beetje rieken naar ‘Het Eindhovens Dagblad waarschuwt Moskou voor de laatste keer’.

    Misschien moet ik ophouden over de oorlog te dichten. Niet alleen heeft het geen zin (natuurlijk niet!) maar ik denk dat ik in deze handvol gedichten alles gezegd heb wat er over valt te zeggen from the comfort of my home...

    In je rijtje dichters staan namen die ik niet ken dus die ga ik uitzoeken.

    Als je een roman van me wilt lezen, zou ik beginnen met Zalig uiteinde. Dat is een ontwikkelingsroman die zich deels afspeelt op een school die verdacht veel overeenkomsten vertoont met het Lorentz.

    BeantwoordenVerwijderen

Wat fijn dat jullie er zijn