Gele doekjes



Met mijn zesjarige dochter draag ik mijn steentje bij aan de participatiemaatschappij door bij de buurvrouw op driehoog, herstellende van een heupoperatie, een kijkje te gaan nemen.
We bellen aan en jawel, na lang wachten verschijnt er een verfrommeld hoofd uit het raam. Ze is schrikbarend mager geworden.
'Ja?'
'We vroegen ons af,' roep ik door de toeter van mijn handen naar boven, 'of we even op ziekenbezoek mogen komen. Want we hebben je al zolang niet meer buiten gezien.'
'Wat?'
Ik herhaal onze missie.
Hoewel we haar wakker hebben gebeld, het is twee uur in de middag, zijn we welkom; sterker, als het haar daagt wat de bedoeling is, gaan alle deuren open. We nestelen ons op de bank van haar warmgestookte, verduisterde woning. Aan de muur foto's van hunks die haar zoon of zelfs kleinzoon zouden kunnen zijn geweest.
'Ik zie eruit als een oude heks.' Ze trekt aan haar rommelige, uitgelopen roodgeverfde haar, en inderdaad, in haar slaapshirt, en met haar ingevallen wangen, is de overeenkomst treffend, maar ik probeer, ook voor mijn dochter, de zonnige zijde te beschijnen en zeg: 'Als een oude fee.'
'Feeks!' maakt ze er onmiddellijk van.
Onderaan de achterkant van haar slaapshirt zit een natte plek. 'Ik ben incontinent,' zegt ze.
'Ik zie het. Misschien een nieuw verbandje?'
Ze gaat naar achter, even later verschijnt ze aangekleed en wel. 'Ik ben een nachtvlinder. Ik ga pas om 4 uur 's nachts naar bed. Ik kijk veel televisie. Ik heb geen pijn maar ben wel veel alleen.'
Met een geel doekje dept ze het plasje bij de bank op. 'Ik moet nieuwe gele doekjes hebben,' zegt ze.
Ik beloof die voor haar te halen. Dat is het minste wat een buurman kan doen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten

Wat fijn dat jullie er zijn