De weg naar de uitgang is afgebogen



Toen gisteren de zaterdagkrant van Het Parool door de brievenbus knalde, zei ik tegen lieftallige: 'Mijn kop gaat eraf.'
Ik was enigszins gespannen, had al enkele dagen de ietwat potsierlijke zinsnede 'de belangrijkste zaterdag uit mijn leven' gebezigd. Reason being: er moet nog minstens 1 recensie verschijnen van Het dispuut in 1 Echte Courant om te voorkomen dat mijn boek wegglijdt in de vergetelheid. Zulks verordonneren de wetten in de aandacht-economie.
Lieftallige bekeek voor mij de boekenpagina. Geen recensie. Maar: 'Je hoeft jezelf nog niet in te graven voor je winterslaap want je staat op nummer 8 van de Scheltema top 10!'
In plaats van 'Bijna bij Pauw' kon mijn grafschrift worden gewijzigd in '3 weken in de Scheltema Boeken Top 10'.
Her en der in het gezin werd gehigh-fived, want vorige zaterdag stond ik nog op plaats 9. Er was dus vooruitgang. (De week dáárvoor kwam ik binnen op 6, dus de weg naar de uitgang is afgebogen.) De achtjarige knipte het stukje uit en plakte het op de ijskast naast een oude krantenkop, ook uit het Parool.
Zou de oorlog op de sociale media die lieftallige in mijn naam, en ook een beetje de hare, aan het voeren is, vruchten afwerpen? Zouden enkele (oud)-corpsleden wellicht ietwat nieuwsgierig zijn geworden? Heeft een plek in de top 10 een self-fulfilling effect?
We weten het niet. Nobody knows anything, luidt nog altijd een van mijn favoriete wijsheden uit de entertainment industrie, waar literatuur welbeschouwd ook toebehoort. Hoe dan ook, ik kan weer ademen.